In onze kleine kerkgemeenschap van Huizinge wisten wij al vele jaren dat Barbara de Beaufort een begaafde dichteres en schrijfster was. Dat bewees ze onder andere in de teksten van verschillende cantates, waarvan Kees Steketee de componist was. Ook in haar overdenkingen toont zij dat ze haar gevoelens en gedachten vanuit een rijke woordenschat kan overbrengen.
Maar nu heeft Barbara ook landelijk de erkenning gekregen! De vierkoppige jury van de dichtwedstrijd Het Vrije Lied koos ‘Lied bij de Voorbede’ van Barbara als winnende tekst. Het Vrije Lied is een dichtwedstrijd op initiatief van de Remonstranten. De opdracht was om een liedtekst voor een kerklied te schrijven. Er waren geen andere kaders dan dat de tekst in het Nederlands moest zijn.
Deze keer werden er een kleine honderdvijftig teksten ingezonden. De jury koos twintig inzendingen voor publicatie in een boekje. Tien van deze twintig werden door componisten van een melodie voorzien. De drie inzendingen van Barbara zijn opgenomen in het boekje en ook voorzien van melodie. (De begeleidingen en koorzettingen zijn via de website het vrijelied.nl te verkrijgen. Ook het boekje is via de website te bestellen).
Onlangs fietste ik (Jan ’t Mannetje, red.) met een stevige zuidwesten wind in de rug naar Zandeweer, naar de boerderij van Barbara en Just. Barbara had ingestemd met mijn voorstel om haar over dit succes te interviewen voor de Nieuwsbrief. In haar warm ingerichte studeerkamer ontstond met mokken thee en een schaal met een heuvel van koekjes het volgende gesprek:
Ik heb begrepen dat dit de derde editie is van het Vrije Lied. Is dit de eerste keer dat je hebt meegedaan of stuurde je ook bij vorige edities teksten in?
Nee, dit was de eerste keer, ik stuitte toevallig op de aankondiging van de prijsvraag.
Ik neem aan dat het initiatief van de Remonstranten voor Het Vrije Lied voortkomt uit de behoefte aan nieuwe kerkliederen. Wat zijn jouw gedachten hierover? Hoe leg jij het Vrije uit?
Dat denk ik ook. En dat begrijp ik ook, veel bestaande liederen zijn wel erg ‘binnenkerkelijk’ en traditioneel in hun woordgebruik, bijna iets voor ingewijden alleen. Mensen vertellen me regelmatig dat ze sommige liedteksten niet meezingen omdat die te ver van hun eigen overtuigingen af liggen. Dat geldt voor mij soms ook; en tegelijk moet ik zeggen dat ik met het klimmen der jaren steeds meer gehecht raak aan onze liedtraditie. Veel liederen gaan al een leven lang met me mee. Je hoeft ook niet alles meteen te begrijpen.
En het ‘Vrije’, tja, dat betekent denk ik dat er geen dogmatische regels zijn waaraan zo’n lied moet voldoen.
Het kerklied raakt m.i. zowel aan de poëzie, het gedicht, als aan het gebed. Poëzie en gebed zouden dan voedend kunnen zijn voor het kerklied. Hoe denk jij hierover?
Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik lees veel poëzie en ik schrijf regelmatig gebeden. Een liedtekst heeft van beide iets. De poëtische vrijheid van het gedicht, en het ‘namens allen proberen te spreken’ van een (hardop uitgesproken) gebed.
Maar een liedtekst moet zich naar mijn idee nog sterker richten op ritme en cadans, op muzikaliteit. En de inhoud kan ook geïnspireerd zijn of zich verbinden aan een bepaalde bijbeltekst (zoals mijn andere twee liedteksten die bij de prijsvraag zijn uitgekozen).
Welke persoonlijke gevoelens en gedachten kun jij goed uiten in een kerklied? Je bouwstenen zijn woorden, taal. Soms raakt de taal aan grenzen in het kunnen verwoorden van gevoelens en gedachten. Ervaar jij dat ook? Hoe ga je hiermee om?
Regel één is voor mij dat ik alles wat ik schrijf moet menen. Als theoloog loop je het risico dat je gaat meeliften op alle woorden die je al eerder in preken, liederen en gebeden gehoord hebt. En dan klinkt het wel aannemelijk, maar het is niet doorleefd. Dus mijn persoonlijke gevoelens spelen een grote rol, omdat teksten authentiek moeten zijn en geen jargon. Natuurlijk zijn mijn gevoelens ook maar beperkt.
En welke gevoelens en gedachten ik goed kan uiten in een kerklied? Ik denk het besef dat we allemaal feilbaar en breekbaar zijn, en tegelijk vervuld van verlangen naar warmte en troost, voor onszelf maar ook voor elkaar.
Waar ik aan de grens van woorden kom, is vooral als het gaat om God zelf. De ervaring van het heilige. Dan wordt de taal algauw te dik, te massief, te veel alsof we daar verstand van zouden hebben.
Het kerklied moet gezongen worden. Hoe ga je hiermee om bij het proces van het schrijven?
Altijd als ik schrijf hoor ik een ritme, een cadans. Dat gaat vanzelf. Het zal wel aanleg zijn, maar die heb ik ontwikkeld door het schrijven van vele, vele Sinterklaasgedichten. Een geweldige oefening, die ik iedereen kan aanraden!
Sinds wanneer schrijf je kerkliederen? Door welke dichters, schrijvers laat je je inspireren?
Ik heb vroeger al wel eens een enkele liedtekst geschreven, maar als het niet voor een bepaalde gelegenheid is, schrijf je nogal in het luchtledige. Dus het begon pas toen sommige collega’s in Huizinge me vroegen een lied te maken bij een bepaalde bijbeltekst, omdat ze geen geschikt lied konden vinden in het Liedboek. Echt serieus werd het pas toen Kees mij vroeg of ik een cantatetekst kon schrijven (over Hervormingsdag). Dat had ik nog nooit gedaan, maar het werkte. En doordat er muziek onder kwam, kreeg ik pas echt in de gaten waar een gezongen tekst aan moet voldoen, bijvoorbeeld dat losse zinnen beter werken dan een lopend verhaal met verbindingswoorden. Ik ben Kees nog steeds dankbaar voor zijn vraag van toen en de ervaring die ik dankzij onze samenwerking heb kunnen opdoen.
En door welke dichters en schrijvers ik me laat inspireren? Ik houd van de teksten van J.W. Schulte Nordholt en Willem Barnard, waarmee ik ben opgegroeid. Maar ik let nu steeds beter ook op nieuwe teksten, om het handwerk af te kijken. Ik zoek naar een soort gelaagde eenvoud, normale taal die toch niet plat is.
Is deze prijs een grote erkenning voor jou en een stimulans om je nog meer in tijd en aandacht op dit terrein te begeven?
Een erkenning en stimulans is het zeker! Wat me het meest treft is dat ook niet-kerkelijke en zichzelf ongelovig noemende mensen positief reageren. Ik ben ervan overtuigd dat ieder van ons zich tot een onbenoembaar Geheim verhoudt en een diep verlangen in zich meedraagt, en ik word er gelukkig van als ik daar woorden voor vind die ons verbinden.
In praktische zin zou ik het leuk vinden om na te denken over een workshop Liedteksten schrijven.
Jan ’t Mannetje
N.B. Hierbij een linkje naar de tekst, met, op verzoek van Barbara, door Kees Steketee gemaakte melodie.