Via Facebook werd ik door Yvonne Hiemstra uitgenodigd voor een challenge, een uitdaging, al is dat laatste een verschrikkelijk hol jeukwoord dat schuurt. Tien dagen één foto, zonder cursiefje van taal, een digitale kettingbrief gaande te houden. De vraag: ‘Wat maakt je leven Goed?’ In een indruk van de dag is een interessante in een tijd van krantenkoppende ellende. Wat zijn de beelden die je gedurende een ruime week bijblijven en beklijven? En zou ‘Huizinge’ daar ook in voorbij komen? Een scheppingsverhaal van indrukken en daarbij wat afbeeldingen.
Wat maakt het leven goed, geeft meteen dat andere -zonder het te benoemen- weer. Op de eerste dag is er een scheiding van licht en duisternis. Dag en nacht van elkaar verschillend en elkaar aanvullend in schemering. Tijdens de avond met Yvonne Hiemstra -wat is een zinvol leven- sprak mij een kaartje met een kleurrijke luchtballon met een bungelend biezen mandje, aan. Een uitkijk, een afstandelijke helicopterview. Overzien, zonder al te veel gedetailleerd zicht en zonder gemiep op de vierkante centimeter. Daglicht en nachtdonkerte met daartussen het twijduustern. Het is avond geweest en het is morgen geweest: de eerste dag.
Op de tweede dag, zondag spreekt Just van Es over wijsheid. Hoe ziet wijsheid eruit als je dat in één beeld weergeeft? Een printscreen van het dansende meisje in de kerk, het treffende schilderij van Marius van Dokkum. Daarnaast Just op de kansel in de Andreaskerk in Westeremden.
De derde dag valt samen met de internationale dag van de aarde. Postermeisje Loesje lacht me toe met het volgende citaat in de mond: ‘De mooiste vrouw op aarde. Moeder Natuur’. Hij zag dat het goed was.
Op de vierde dag zie ik een sfeervol beeld van de karakteristieke Academie voor Popcultuur in Leeuwarden, waarin voorheen de gemeentelijke HBS kennis gaf. Een collega vertelt me dat ik deze ochtend wel een school verkeerd zit, ik had me op dat moment op het conservatorium in Groningen moeten bevinden. Gelukkig zijn er terugtreinen. Het is avond geweest en het is morgen geweest: de vijfde dag.
Een cantorij-avond. Een muzikale samenloop van Ruth en Jakob. Op de terugreis rond tienen fietsen Grietje en ik samen op naar Middelstum. Vertel van het werken op de verkeerde plaats vandaag. We naderen al keuvelende ’t Vonderke, een sympathiek smal wandelpad met een houten bruggetje, in 2015 geheel vernieuwd. Rij voor haar aan en zwenk de bocht in en voel mijn nog uitstaande stander schrapen over de weg. Met m’n linkervoet klap ik hem op en iets uit evenwicht raak ik zachtjes een grenspaaltje van een weiland. Sta plots stil, mijn evenwicht zoekt en grijpt zich vast in de donkerduistere leegte. De fiets kantelt en ik laat me in die beweging meevallen, zachtkens het gras in en rol onder de fiets vandaan. Hoor achter me ‘Wat doe jij nou?’, gevolgd door een plons onder en om heen en lig op mijn rugzak met de neus omhoog, middenin het slootwater… Krabbel onder mijn eigen lach weer overeind en beklim de wal en daarna op de fiets die nog op het droge ligt. Twee lachende gezichten fietsen hilarisch verder richting Middelstum. Onderweg laat ik volgens het evangelie van Grimm, telkens druppels water vallen op de weg om die later terug te kunnen vinden naar Westeremden, immers voor deze ‘challenge’ zal er nog een foto van ’t Vonderke bij moeten en dan is de weg terugvinden wel handig. Hinrick en Grietje onderweg, druppels water gaan hun weg. Onderweg pluk ik nog een stukje riet uit m’n gezicht. Zo discreet als ze is vraagt Grietje me ‘zullen we dit klein houden?’ Nou, ik denk eerder dat ik er maar een stukje over schrijf… Mijn leven is Goed, ook al valt-ie soms in het water!
Het was avond, het werd morgen. De zesde dag. Een agendalijstje met al wat uitgezongen mag worden over land en akker, in een koor en in een kerk. Een datum van de cantate Ruth, musical Ruth en een evenwichtige zing & zang van Cantorij & Curiosa en een afbeelding van een poster van curiosa voor een concert in Westerwijtwerd. Of zoals Kees Steketee het op de avond met Yvonne vorige week al opmerkte: ‘Zonder zingen gaat het niet’.
Op de zevende dag een rustdag. Een terugblik op de Schepping. Een boekje open over het klimaat, gevloerd op de derde verdieping van het Prins Claus Conservatorium in Groningen, waar de vloer en trap eenzelfde kleurschakeringen vertonen als de kaft van ‘Het Klimaatboek’ bij mij in de boekenkast. Van koel blauw naar een waarschuwende rode kleur. Waar bevinden wij ons, hoever staan we in code rood?
Op de achtste dag is het Koningsdag. Op de foto is het Concordiaplein gevuld met fanfareblazers die feestelijke klanken de wereld in musiceren. De eeuwenoude Hippolytuskerk op de achtergrond met een feestvlag uit het raam, denkt vol heimweemoed terug aan de tijd dat er nog iedere week muziek klonk uit zijn binnenste, via de honde rden orgelpijpen naar buiten en honderd zangstemmen. Nu doet Hippolytus een raampje open om nog iets te horen van de koperblazers. Hij is inmiddels doof geworden van het prachtige carillon, hangende dichtbij zijn eeuwenoud gehoor.
De negende dag is wederom een zondag. De tranen die wij zaaiden, ontbloeien tot een lach. Het inleidend orgelspel van Kees vormt een waar reclameblok voor de Oogstcantate Ruth. Eindigend met een jazzy variant van Gezang 657, waarvan de melodie, een koraal in de cantate vormt. De laatste regel van Barbara zingt in me tijdens de montage ’s middags. De tekst “De tranen die wij zaaiden (een ongelukkige cameraplaatsing) ontbloeien tot een lach (de afkondiger die -oeps- onder een lampenkap verdwijnt). Het een en ander goedgemaakt door de voorganger die tijdens de verkondiging tot grote hoogte opklimt, staande naast Het Licht. Nee, meer verheven zal het niet worden… Het werd avond, het werd morgen. De tiende dag breekt aan.
Zo prachtig als het gebouw in Leeuwarden aan de buitenkant oogt, zo liefdeloos ademt haar binnenste. ‘Ondanks je drang tot zelfmutilatie hou ik zielsveel van je’, schrijf ik op Facebook. Was voornemens in de ochtend te gaan verven in Leeuwarden en nadien de avonddienst in Groningen te vervolgen. Word door een dienstdoende collega heengezonden, sta niet op het rooster en er is geen plan van aanpak. Jawel, die staat in de kelder: een pot verf en een kwast. Via de gevangenisbibliotheek, een museum en een kringloopbezoek heb ik toch een alleraardigste dag kunnen scheppen.
Hinrick Klugkist