Het verhaal van de cultuur van dood en begraven in deze contreien begint bij de hunebedden, de grafheuvels en de wierdenvondsten. De in het vroege christendom ontstane gewoonte, in en rond de kerk te begraven, hield stand tot in de vorige eeuw en heeft ons veel fraaie en curieuze zaken gelaten, als sarcofagen, epitafen, grafmonumenten, zerken en rouwborden.
De begraafplaatsen, die vanaf het begin van de vorige eeuw werden aangelegd, waren na verloop van tijd ook bedoeld als wandelparken en zijn dan ook in veel gevallen fraai aangelegd. Het zijn onmisbare elementen in het landschap, ook vanwege de plantengroei en de dieren die er hun woonplaats hebben.
Nergens in Nederland vindt men zoveel rijk gedecoreerde grafstenen met symboliek en met vrome, schalkse maar altijd ontroerende teksten, als in onze provincie. Voor de kennis van de historie van streek en provincie zijn de graftekens onmisbaar, voor genealogen zijn het vaak ijkpunten, terwijl de vormen, gebruikte materialen en decoratie van belang zijn voor de in cultuurhistorie geïnteresseerden.
Kennis nemen van de cultuur van dood en begraven blijkt steeds weer een aangename en nuttige bezigheid. Reint Wobbes, woonachtig in Huizinge, lid van de Kerkhoven commissie van de Stichting Oude Groninger Kerken, heeft zich onder meer verdiept in de cultuur van dood en begraven, om voorlichtend belangstelling te wekken voor kerkhoven en begraafplaatsen in Groningen, opdat ze behouden blijven.
Hij houdt een lezing op woensdag 23 oktober, vanaf 20.00 uur in het Hippolytushoes in Middelstum, Toegang € 5,-.