Op 27 februari was er de bijeenkomst over omgaan met mensen met dementie, geleid door Stefien Jansen, geestelijk verzorger. Er volgt, op 10 april nog een tweede, omdat er een wachtlijst voor deze avond is ontstaan. Vanwege het onderwerp en het bieden van de mogelijkheid tot een interactieve avond is bewust gekozen om de groep niet groter dan uit 15 personen te laten bestaan. Dit bleek een goede beslissing want iedereen had wel een persoonlijke link met het onderwerp. We deelden met ons groepje aan de grote tafel ontroerende, hilarische en verdrietige ervaringen. Wel met de jas aan want er was iets met de verwarming maar de koelte hield ons goed bij de les.
Stefien gaf eerst een theoretische inleiding, soms met aanvullingen uit de groep en daar schets ik een aantal fragmenten uit.

‘Het woord dement is afgeleid van het Latijnse woord ‘mens’ dat geest betekent. Dement kan letterlijk vertaald worden als ‘ontgeest’, ontdaan van geest.’ Oftewel in het dagelijks leven: ‘het verstand doet het niet meer helemaal goed’. Cellen gaan kapot waardoor verbindingen in de hersenen verbroken worden. Hierdoor verandert de gedrags- en gevoelswereld bij patiënten. Het geheugen raakt verstoord evenals de vaardigheid om complexe handelingen uit te voeren.
Dementie is een paraplubegrip voor wel 50 verschillende vormen in dit spectrum. De bekendste en meest voorkomende is Alzheimer. Daarnaast heb je vasculaire, front temporale dementie en noemt Stefien nog Lewy body en Parkinsondementie
Deze avond gaat het er niet om alle details omtrent de ziekte door te nemen maar vooral over hoe je als mens naast die ander, met welke vorm van dementie dan ook, kan staan. Hoe je kan kijken, zoeken naar wat nog wel kan en waarin de contactmogelijkheden liggen.
Besef dat goed ziekte-inzicht door de patiënt bij alle vormen niet mogelijk is.

Erg belangrijk is het ook om te weten dat emoties op een andere manier naar buiten kunnen komen dan we gewend zijn. Dat er een knip kan zitten tussen gevoel en gevoelsuiting. Gevoelens die eerder onderdrukt werden kunnen juist nu doorbreken, standhouden of worden vergroot.
Deze avond leren en oefenen we hoe je beter kan begrijpen, en dus aansluiten, bij verstoord geheugen, gevoel en gedrag. We beginnen bij waar het eigenlijk altijd om moet gaan, ziek of gezond: wat vind jij belangrijk hoe er met je wordt omgegaan??
Vriendelijk, contact met aandacht en verbinding, wederzijdse belangstelling en milde vorm van eerlijkheid en oprechtheid, werden o.a. genoemd.
Ook moesten we bij onszelf te rade gaan welke zintuigen voor ons in contact met anderen belangrijk zijn en welke we vaak gebruiken. Voelen, zien, horen, ruiken…. Alles kwam voorbij.
Dit allemaal bewust zijnde lijkt echte aandacht in combinatie met lichaamstaal de sleutel om aansluiting te zoeken bij de ander. Dat kan in woorden maar vooral door, of in combinatie met, fysieke uitnodiging. Voorbeeld: ga je mee? En dan die vraag versterken door alvast een stap te zetten, een uitnodigende arm aan te bieden.. etc.
Aansluiting zoeken bij iets wat je bij de ander ziet zoals: wandelschoenen aan zien hebben of potloden gaan slijpen van iemand die zit te tekenen.
Een vraag als ‘ga je met me mee’ is een goede vraag, anders dan de vraag ‘waar heb je zin in’.
Sowieso niet te veel vragen. Je als gast gedragen, besef hebben van iemands vroegere functie. De kracht van muziek, de verhalen van vroeger, de natuur….allemaal bronnen van aansluiting.
We hadden er heel veel persoonlijke beelden bij zodat theorie en praktijk heel mooi samenvielen.

Het was erg zinvol om weer eens bewust stil te staan met wat je kunt doen en waar je rekening mee moet houden in contact met iemand die een vorm van dementie heeft.
Het was een intensieve, soms emotionele, maar fijne avond.
Veel dank aan Stefien en aan de voorbereidingscommissie.
Stefien sloot de avond af met een paar fragmenten uit een recente column van Marjoleine de Vos waarvan ik er eentje citeer:
‘Al die vroegere zelven.
Van wie, vraag ik mij af, is mijn verleden?’ schreef Jorges Luis Borges (Argentijnse dichter en schrijver) in zijn gedicht ‘All your yesterdays’.
Wat die eerdere verschijningen deden, wat ze konden en wilden – wie is dat?
Alleen onze verhalen knopen een strik om die hele bundel en zeggen: dat ben ik. Dat ben jij. Altijd zo geweest.’
Aria Hoogendoorn