Het is een uitdrukking, geld dat aan de strijkstok blijft hangen. Bij collectes en inzamelingen zijn er altijd kosten die eerst moeten worden betaald voordat er een netto opbrengst kan worden vastgesteld. En soms zijn die kosten erg hoog, en hebben we het over die strijkstok, dat bijzondere ding waarmee een strijker zijn snaren tot klinken kan brengen.
En zo zijn we als vanzelf in de muziek beland. Ooit werkte ik in de organisatie van een muziekschool. Die was opgericht in de zestiger jaren. Gemeentebesturen hadden de handen ineengeslagen om de bevolking de mogelijkheid te bieden lessen te volgen op het gebied van muziek, dans en beeldende kunst.
Het ging vaak over de overhead. De indirecte kosten die we maakten om de zaak draaiende te houden. Ik kan me niet anders herinneren dan dat we daarop moesten bezuinigen. Zoals het in ons hele bestaan als muziekschool over bezuinigen ging. We gaven les in grote groepen. Groepsles (NB: de spellingcontrole adviseert me hier groepsseks van te maken…) is goedkoper dan individueel, en dus efficiënter, en dus wrongen we ons in allerlei bochten om daarnaast vast te stellen dat het ook beter was. En inderdaad, “ook al ben je nog maar klein, samen spelen is pas fijn,” zoals Hanna Lam het zo treffend wist te verwoorden. Dat niet alle instrumenten even geschikt zijn om samen te spelen namen we maar op de koop toe. Het probleem heeft zichzelf opgelost: na de bezuinigingen op de overhead is op den duur, zoals overal, het hele instituut wegbezuinigd. Er was geen geld meer voor, of we hadden het er niet meer voor over. Niet veel later in de tijd had minister Wopke Hoekstra het over zijn ‘diepe zakken’, en dat het geld ‘tegen de plinten klotste’. Maar toen was het kwaad al geschied. Muziekles is voor de gewone man haast onbetaalbaar geworden.
Intussen maakt koningin Máxima zich sterk voor meer muziek in de klas, samen met Joop van den Ende. Kinderen krijgen zes weken les, kunnen een paar noten spelen, en geven een concert voor de ouders, die laaiend enthousiast zijn. Prima, leuk, inspirerend, maar vooral minimaal…
Onlangs kwam het bericht dat de subsidie voor talentklassen voor jonge musici worden afgebouwd. Ik las een ingezonden stuk van een violiste die haar carrière beschreef en de ontwikkeling die ze doorgemaakt had dankzij die talentklas, het Nationaal Jeugd Orkest en het Prinses Christina Concours, ook instellingen waarbij op subsidies wordt gekort. Ook haar eerste stappen, op die wegbezuinigde muziekschool, kwamen langs.
‘Cultureel ondernemen’ was de toverterm. Geld en werk uit de cultuurmarkt halen. Maar dat bleek niet mee te vallen. Iets wat wel waarde heeft, maar geen commerciële waarde, verkoopt zichzelf moeilijk. Het kóst geld. En dat willen we in deze tijd niet.
In België, zomaar een buurland, gebeurt het heel anders. Muziekles wordt door de overheid gesubsidieerd, men vindt het belangrijk, net als wij zestig jaar geleden!
Ik begon over de strijkstok. Die zie je niet alleen op de muziekschool. Op heel veel gebieden gaat er veel geld naar voorbereiden, vergaderen, onderzoeken, plannen maken. Het is bijvoorbeeld bij de aardbevingsproblematiek, het herstellen, het aardbevingsbestendig maken, niet anders: Van elke euro die er wordt uitgegeven gaat het grootste deel naar de organisatie, naar het overleg, de tussenoplossingen, maar niet naar het concrete werk.
Als we overal wat efficiënter zouden werken bleef er genoeg over om ook de mooie, maar niet per se winstgevende, zaken in stand te houden!
Kees Steketee