Aan de zuidmuur van de kerk hangt een reeks van tien schilderijen over het leven van Maria van de Engelse kunstenaar Michael Reynolds (Brighton 1933 – Groningen 2008), die ooit ook enige tijd in Huizinge woonde. Voor de nieuwsbrief vroegen we onze voorgangers een schilderij van hun persoonlijke commentaar te voorzien. Barbara de Beaufort bespreekt het zevende schilderij: de Hemelvaart van Jezus. (In een video op YouTube geeft Egbert Smit uitleg over de hele serie.)
De Hemelvaart van Jezus
Wat een merkwaardig schilderij is dit. Om allerlei redenen.
Ten eerste om hoe de tenhemelvarende Jezus eruitziet. Reynolds beeldt in deze serie zijn personen anders af dan hoe echte mensen eruitzien, maar in dit schilderij maakt hij het wel heel bont. Als je je in gedachten Jezus’ lichaam onder dat witte hemd probeert voor te stellen, zie je dat het veel te kort is: er is eigenlijk alleen maar ruimte voor een hoofd en benen. Een beetje zoals een kind een mens tekent, een koppoter dus. De voeten die onder zijn kleed uitsteken zijn dan weer heel precies geschilderd, dus Reynolds weet heus wel hoe een menselijk lichaam in elkaar zit. Maar blijkbaar doet dat er niet toe, gaat het daar niet om.
Een andere mogelijkheid is dat Jezus onder zijn hemd zijn knieën heeft opgetrokken. Dan zou hij er wel helemaal in passen. Maar ik zie geen bobbels van knieën.
Wat ik ook vreemd vind is dat Maria er niet op voorkomt. Als je de hele serie bekijkt, is het duidelijk dat het om het leven van Maria gaat. Ze is op alle schilderijen afgebeeld, behalve op die van de Opstanding en van Jezus’ Hemelvaart. Is dat omdat ze in de bijbel niet met name genoemd wordt bij deze gelegenheden? Maar Reynolds fantaseert er sowieso van alles bij. Waarom hier dan niet?
Ook bijzonder is dat Jezus op een soort vliegend tapijt opstijgt, en niet zoals meestal op een wolk (‘Op een witte wolkenwagen/ werd de Heer van d’aard gedragen…’). Of is dat de kerkvloer onder hem?
Wat me het meeste treft, is dat Jezus hier niet vanuit aards perspectief wordt afgebeeld, dus niet vanuit de achterblijvers die hem op zien stijgen, of vanuit iemand die het tafereel vanaf een afstand bekijkt. Maar we zien hem van bovenaf, vanuit hemels perspectief. Vanuit iemand die hem opwacht. Dat kan alleen maar God zijn, zijn hemelse Vader.
Dat kan niet, natuurlijk, dat wij Jezus vanuit de hemel zien, want wij zijn bij uitstek de aardbewoners die hem moeten missen. Maar juist hierdoor wordt dit schilderij troostend voor mij. Hoewel wij hem moeten laten gaan, is er ook iemand die hem dichterbij ziet komen.
Na alle verschrikkingen van de Stille Week en de kruisiging (die Reynolds, heel opvallend, weglaat uit zijn serie – we gaan zomaar hop van de twaalfjarige Jezus naar de Opstanding – maar als er nu één belangrijke gebeurtenis was in het leven van Maria, dan was dat toch wel de dood van haar zoon?) goed, na al die weggelaten verschrikkingen dus verdwijnt Jezus niet zomaar uit ons zicht, in de onbestemde verte, ins Blaue hinein.
Nee, hij wordt ontvangen door zijn Vader, zoals hij altijd heeft geprobeerd te geloven. Die kijkt naar hem uit, zoals de vader in de gelijkenis van de verloren zoon ook op de uitkijk staat, zijn armen alvast wijd geopend.
Barbara de Beaufort