Al zo lang ik leef voel ik me iemand van het midden. Ik kan soms heel blij zijn en ook wel eens de pest in hebben, maar over het algemeen zijn de emoties redelijk onder controle. Daar voel ik me dan best schuldig over, indachtig het woord van Johannes in Openbaring waarin hij mensen veroordeelt die noch warm, noch koud zijn, maar lauw. In hedendaags taalgebruik zou je zo’n houding kunnen omschrijven als conflict mijden. Het gekke is dat dat enigszins negatief klinkt, terwijl ik toch vind dat er weinig mis is met het voorkomen van ruzie. Met de woorden van Paulus (in Romeinen 12,18): “Houdt, voor zover het aan u ligt, vrede met alle mensen.” “Maar als je altijd maar de lieve vrede wil bewaren lopen mensen zomaar over je heen”, hoor ik dan. En dat is ook weer waar. Overigens, als genuanceerde jongen heb ik heus wel mijn emoties. Ik kan ontzettend ontroerd raken van mooie muziek. En dat gebeurt best vaak. Niet zoals die mensen in ‘De beste zangers’ (wie bedenkt zo’n arrogante eigenwijze titel?), die in huilen uitbarsten zodra ze een liedje van zichzelf horen dat door iemand anders wordt gezongen. Dat heeft volgens mij meer met ego te maken dan met ontroering. Of zo’n jurymevrouw van het EO-programma ‘Zing!’, die wel héél snel geroerd wordt door een koor of zanggroep, en die dat dan ook nog eens, wijzend op haar kennelijk gekippenvelde arm, aan ons als kijkers wil laten zien. Het programma viel me niet mee, weinig opwindende muziek, veel getuttebel, een immer glimlachende presentatrice en een jury (waarin niet eens een echte koordirigent zit!), die het vooral niet heeft over de muzikale basisvaardigheden als gewoon mooi zuiver kunnende zingen… Ook bijzonder trouwens: regelmatig zag je juryleden enthousiast meezingen met de deelnemende zanggroepen. Vreemd. Een scheidsrechter bij een voetbalwedstrijd blijft toch ook van de bal af. En daarnaast is het ook knap lastig om te beoordelen wat je hoort als je zelf meedoet. Bij onze cantorij missen we wel eens wat mensen, en dan zing ik met de bassen mee. En ik zing graag, maar hoor dan lang niet elke nuance in de rest van het koor. We zijn een nieuw jaar begonnen. In het begin van dit verhaal viel de term conflict mijden. Dat is van veel wereldleiders niet bepaald de meest in het oog springende eigenschap. Poetin blijft maar doorgaan, en ook Netanyahu weet van geen ophouden. In ons eigen land komen meningen steeds steviger tegenover elkaar te staan en wordt elke mening of elk argument dat iemand te berde brengt met grove tegenargumenten beantwoord, al dan niet vergezeld van hevige bedreigingen. Zelfs een onschuldig vermaak als de keuze van ‘het-woord-van-het-jaar’ geeft aanleiding tot verhitte debatten en wordt in arren moede maar afgelast. In verband met de internationale situatie wordt ons aangeraden een overlevingspakket aan te schaffen voor het geval essentiële zaken als energie en water uitvallen of worden gesaboteerd. Je kunt je, al tientallen jaren levend in vrede en welvaart, haast niet voorstellen dat het nog eens zover gaat komen, maar het zijn onzekere tijden. Terugkomend op Johannes én Paulus zou je wensen dat de wereldleiders wat lauwer zouden zijn. Dat ze een wat kleiner ego zouden hebben, wat minder met ‘ik’ bezig zouden zijn, maar wat meer met ‘wij’, met elkaar, kortom, met meer nuance.
Brengt me op een goede wens voor 2025: Laten we hopen op een gelukkig en vooral genuanceerd nieuwjaar!
Kees Steketee