Midwintertied (door Hinrick Klugkist)

Midden in de winternacht
zingt memorie open
lees op Facebook onverwacht
plaat en naald klinkt open:
Abeln zingt midwinterlied
kinderkoor, u ziet ze niet
hoor het kerkkoor gaan,
Stille nacht zingt aan
luuster Törf, tekst van Fré
muzikaal Steketee
elpee, zet maar op play.

Ergens in Midwintertied, een paar weken geleden, lees ik bij een oud-klasgenoot van de lagere school op Feestboek, een herinnering over een plaatopname in de glorietijd van muzikaal en creatief Middelstum. Midwintertiedlied, even later gevolgd door een verzoekje het te mailen, om het op kerstavond als herinnering met de familie te kunnen herbeleven. Het fragmentje, ooit op mijn tijdlijn verschenen.

De lagereschooltijd, het is een plezierige, dankzij een hechte klas. Juf Jorien als aardige kleuterjuf, niet wetende dat we veertig jaar later elkaars stemmen tegenkomen in de cantorij. Muzikale hoogtijdagen -dankzij Kees- meer dan ‘Der is muziek ien t dörp’. De klas zes-musical werd -alsof er geen bandrecorder bestond- voorzien van een combo. Een elpee even eerder, werd opgenomen in de gemeenschapsruimte van Wicher-Zitsema. Een ruimte die als het nog bestond, nu koud en kil ‘aula’ heet. Sporadisch op schoolreisje naar een bejaardentehuis om te zingen, of om Vonhoff door een trom te zien slaan. Hoor een man tussen een klas van rumoer roepen: ‘Het is hier geen speeltuin!’, om na een beklemmende stilte van luisterende kinderen te vervolgen, ‘maar ook geen begraafplaats’.

Tussentijds, tussen speeltuin en begraafplaats in, is het midwintertijd. Een midwintersamenzijn in Huizinge, een traditie uit de tijd van Doekle de Boer, laatste predikant van de Hervormde gemeente Middelstum-Huizinge. Een liturgieboekje met gedichten, muziek (nu wel uit een cd-speler) en stilte. Het gedicht ‘Ere zij God’ duurt lang’, uit de kroontjespen van Okke Jager ontsproten en later uitgediept uit een oude schoolagenda (1961) van Jaap Boersema. De bijeenkomst heeft een prettige afdronk van chocolademelk. Bladerend door die agenda -na het opgeschreven huiswerk vlijtig volplakt met actualiteiten destijds- merkt schoolmeester Kees Reinders naast me op, ‘als het goed is staan voorin de cijfers…’ Het voelt nu toch een beetje onheus, ongemakkelijk bladeren in iemands privacy. De lijst valt mee, is meer dan behoorlijk, behoorlijk goed zelfs. Wat me opvalt dat het negatieve extra wel extra klemtoon krijgt. Een sporadisch onvoldoende staat in een blokje van rood omkaderd. Er is niets veranderd.

Een anderhalve week later klinkt de Kerstnachtdienst, Gera zingt de engelen van de hemel en wij mochten er ook zijn. Nadien maak ik een misvatting door de dienst midnacht’lijk te monteren, waardoor kerstmorgen mijn cantorijconcentratie is als het drinken van een glaasje rode wijn in de pauze van een midzomerconcertje van Curiosa. Blijkbaar ligt de tijd van ongestraft een nachtje goeddeels overslaan definitief achter me. In goeden doen kijk ik naar de dirigent aan het einde van de regel, met de opvolgende tonen, woorden in het geheugen. Nu kijk ik wel, maar die daaropvolgende tekst en melodie is als een geenszins actieve herinnering. Met mijn reactievermogen duurt het anderhalve zin voor ik weer aanhaak aan de stilte, want ook links en rechts van me klinkt het met kerst uiterst solidair, dat dan weer wel.

Midwintertijd en het ‘Ere zij God’ duurt lang’, nog bijna een jaar. Lees het gedicht dat eigenlijk in de vorige editie van de nieuwsbrief had moeten staan.

 ‘Vrede op aarde’, een voornemen dat we niet in de gure wind vanuit buiten door ruiten moeten laten staren.

Hinrick Klugkist