We zijn bezig met een serie over kunstenaars in en rondom Huizinge. In heden en verleden.
In eerdere nieuwsbrieven schreef Reint Wobbes al over Reggie Scherpbier (februari) en Fie Goudschaal (maart). In deze nieuwsbrief vertelt hij over Jannes de Vries.
Jannes de Vries was niet van hier, maar werd in1901 in Meppel geboren en woonde vanaf 1924 in de stad Groningen. Echter in 1966 koos hij Huizinge als uitvalsbasis om het Hogeland te schilderen in prachtige, gedurfde kleuren of in trefzekere tekeningen. Hij stamde uit een familie van Zuiderzeeschippers. Zijn ouders hadden echter een hotel met café dat zondags gesloten was, want de familie was kerkelijk en vrij orthodox. Jannes bezocht na de lagere school, de handelsavondschool en werkte als klerk bij een deurwaarder en daarna bij een advocaat. Hij had altijd fanatiek getekend en zijn laatste werkgever vond dat hij naar een tekenschool moest, Vader de Vries vond dat hij eerst zijn diploma boekhouden moest halen. Toen hij zijn diploma had ging hij naar de Rijks Normaalschool voor Tekenonderwijzers te Amsterdam. Na zijn opleiding gaf hij korte tijd les aan de H.B.S. te Meppel. In 1923 vertrok hij naar Parijs waar hij lessen ging volgen aan de traditionele Ecole Nationale Supéreure des Beaux Arts en onder de indruk raakte van het werk van Cézanne.
Vanuit Parijs reisde hij vervolgens naar Rome en Florence en woonde een poos in het kunstenaarsdorp Anticoli. Via het eiland Lipari reisde hij naar Tunis waar hij naar eigen zeggen echt vond wat hij zocht. “Alles daar heeft me als een lawine overrompeld” schreef in zijn levensherinneringen, naast het landschap werd hij getroffen door de mensen hoe ze leefden en gekleed gingen. De indrukken opgedaan in Marokko en Tunis vormden de basis van zijn latere Bijbelse werk waar Bedoeïenen profeten werden en een herder met staf, Mozes.
In 1924 begon Jannes de Vries als tekenleraar aan het Stedelijk Gymnasium in Groningen. Uit noodzaak om zijn niet al te ruime salaris, begon hij met illustratie- en reclamewerk. Hij ontwierp advertenties, reclamefolders en boekbanden. Bekende ontwerpen waren de beeldmerken van Tjoklat, Red Band, Zwitsal, Broekema ‘s Koffie en Thee en Duc George Sigaren. Niet lang na zijn aankomst in Groningen werd de Vries lid van De Ploeg en nam hij een jaar later deel aan een Ploegtentoonstelling. In 1926 werd hij voorzitter van de schildersbent om een jaar later weer af te treden en zelfs te bedanken als werkend lid. Hij kreeg een vaste aastelling als tekenleraar, had het druk met bedrijf en had een gezin. Bovendien was De Vries was ook een wat afwijkend Ploeglid, geen avant-gardist, wel had hij zich thuis gevoeld bij zijn bentgenoten, zei hij in een interview in 1971: ik vond het plezierig dat ze, hoewel ik me niet met het expressionisme bezighield, me met rust lieten. Ze hebben mij niet ingeblikt en er was ook geen sprake van wisselwerking.
Het vooroorlogse oeuvre van de Vries is poëtisch, harmonisch en rustig, maar al wel kleurig. In de jaren dertig veranderde zijn werk, in helle kleuren en felle penseelstreken schilderde hij het Groninger landschap, weg waren zijn harmonie en rust. Na de oorlog werd De Vries weer lid van de Ploeg en deed mee aan de door hen georganiseerde exposities. Hij bleef met plezier lesgeven en reisde vaak naar Zwitserland Frankrijk Italië en naar Noord-Afrika. In 1961 deed hij mee aan het project Ku(n)stvaart en voer mee met een kustvaarder naar de Oostzee.
Na zijn pensionering in 1966 reisde ook veel, vooral in het voor- en najaar. De bestemmingen waren Frankrijk, Zwitserland, Italië en zijn geliefde Noord-Afrika. In de zomer bleef hij thuis “Ik zit dan op het Hogeland, dat is mijn beste reis, ik heb een huisje in Huizinge, vandaar maak ik mijn tochten over het Groninger land. Ik neen dan de fiets, dan ben ik weg, ben ik in de ruimte. Het Groningerland is open en wijd en bied geen beschutting tegen de wind die alles doet bewegen en de wolken maken licht en schaduw over de wijde velden. Ik ben lang en heb een hoge fiets die ik ook gebruik als tafeltje (met een riem tussen stuur en zadel en het achterwiel tussen mijn benen)”. Jannes de Vries “genoot van de wind om zijn kop” en maakte tijdens stapels tekeningen en aquatellen die soms dienden als basis voor schilderijen.
De schilderijen waren vanaf de jaren veertig tot 1966 wisselend van stijl, vaak expressief soms impressionistisch. Na 1966 werden zijn werken steeds kleuriger, emotioneler. Het is opmerkelijk dat hij in de loop der jaren steeds meer expressionistisch ging werken terwijl de “oude Ploegleden” traditioneler, veelal meer impressionistisch gingen schilderen. In Jannes de Vries’ notities en herinneringen aan zijn reizen en de in 1981 geschreven impressies van het Groninger land spelen waarneming van kleuren en beschouwingen erover een grote rol. Alle recensies van zijn tentoonstellingen spreken in krachtige termen over het kleurgebruik in zijn schilderijen en noemen dat een “kleurenorgie” ((Herma Hekkema 1991) of een” extatisch feest van kleur en licht” (Bé Doorten 1991). Anderen spreken van “extatisch expressionisme” en een ”forse vlakverdeling in zinderende kleuren”. In 1981 zegt De Vries in een interview: “Als ik zie dat in een landschap bepaalde maten en afstanden zo zijn dat ze de spanning van kleur in de weg staan, dan verander ik ze gewoon. Het gaat immers om de beleving van het geheel en niet om de onderdelen. Maar het is wel mijn beleving en ervaring. De kleurenverhouding kun je zien als orkestrale composities. Er zijn eerste en tweede fluiten, hoge en lage stemmen. Al deze dingen voegen zich samen tot één symfonie. Kleuren in een schilderij beïnvloeden elkaar en de Vries schreef extatisch over de Groningse koolzaadvelden: ‘een lucht van roze-violet door “t gedonder van geel en over koolzaadvelden die oogverblindend geel de lucht tot hard paars knetteren”.
Bijbelse schilderijen en tekeningen
Vanaf 1957 begon De Vries Bijbelse voorstellingen en personen te tekenen en te schilderen. De verhalen uit het oude boek beeldde hij uit met taferelen uit Noord-Afrika. Bedoeïenen werden profeten en straattypen apostelen. Een bruiloft in Marokko werd de bruiloft van Kana en Jezus voor Pilatus als een peinzende man die je op markten straten van Kairouan kunt aantreffen (Han Drijvers)an
Jannes de Vries stierf op 8 december 1986 een dag na de afsluiting van een grote tentoonstelling van zijn werk in het Drents Museum. Een man die zijn eigen koers bepaalde, een eenling die eens zei: Zo is het met een schilder. Je hoort nergens bij, alleen met Gods ruimte om je heen. En naast de ruimte het helle stofvrije licht.
Reint Wobbes 2024.
Bronnen:
Jannes de Vries 1901-1986 door Han Drijvers en Henk van Os, 1989.
Ku(n)stvaart, Groninger Museum 8 december 1961 t/m 7 januar 1962.
Jannes de Vries door Francis van Dijk e.a. 2004.
Het boek Job tekeningen anno 1968 door Jannes de Vries Groningen.
Groningen getekend door Jannes de Vries samengesteld door A. Bakker.
Archief Reint Wobbes; o.a. veel krantenartikelen.
De Ploeg 1918-1941 de hoogtijdagen Cees Hofsteenge onder redactie van prof. Dr. H.J.W. Drijvers.