Wandkleed in de Der Aa-kerk

Meewerken aan een monumentaal wandkleed

En zo zat ik op een dinsdag zomaar in de prachtige Der Aa-kerk aan een tafel te borduren. Een klein lapje waaraan iemand anders al was begonnen. Het bleek een blad voor een boom.
Van 18 februari tot en met 3 juli is er een tentoonstelling in de A-kerk in Groningen in het kader van Bitterzoet Erfgoed. Hiermee wordt aandacht gevraagd voor de sporen van het slavernijverleden in Stad en Ommeland.
Verschillende kunstenaars maken kunstwerken voor deze tentoonstelling. Het grootste kunstwerk is een wandkleed van 2,5 bij 35 meter. Het is ingetekend en wordt langzamerhand gevuld met textiel
Het is ingedeeld in stukken zodat je rustig aan een klein stukje werkt dat later op het grote doek wordt bevestigd. Je kunt met verschillende technieken werken. Borduren, quilten, punchen.

Toen mijn vriendin Trix en ik er waren, kwamen twee vrouwen met een prachtig stuk patchwork. De vrouwen hadden het thuis gemaakt en nu werd het op het doek vastgemaakt. Het was de boomstam waar onze blaadjes later aan zouden hangen.

Je hoeft geen ervaren handwerkster te zijn om mee te doen. Ik heb simpelweg kruissteekjes zitten maken.
Je wordt gevraagd om er minimaal vier uur aan te besteden, maar meer mag uiteraard ook.
Zin om mee te doen? Mail naar vrijwilligers@groningerkerken.nl of bel 050-3123569.

Er liggen folders in de kerk.

Mannie Hovenkamp

column: Muziek maken

“Een muziekinstrument bespelen hoort bij de algemene ontwikkeling.”
Het was de stelling van de dag in een Dagblad dat ik verder niet lees. Hij werd me toegezonden door een betrokken gemeentelid met een linkje erbij naar een aantal artikelen waarin de stelling werd besproken. Het ging erover dat tegenwoordig het muziekonderwijs wordt gezien als een middel om slimmer te worden (want: van muziek maken word je slim, is ook al zo’n stelling!), en dat het daarbij lijkt of muziek alleen maar een middel is naar een kennelijk belangrijker doel: die veronderstelde slimheid!
Dat muziek ook van belang is in zichzelf, dat het een uiterst indrukwekkende kunstvorm is, dat haar melodieën en harmonieën een mens niet alleen slimmer maken, maar ook ontroering schenken, gelukkiger maken, daaraan gaat men voor het gemak vaak voorbij. Ik lees ook dat “vijf weken op een djembé slaan” niet wordt gezien als een muziekles. Ik kan het daar alleen maar hartgrondig mee eens zijn, net zoals “kennismaken met een instrument” heel iets anders is dan er op leren spelen. Ik zei het vaker.
Op eenzelfde manier zou je ook kunnen zeggen dat het kijken naar beeldende kunst kan helpen tegen kleurenblindheid. Dat is namelijk ook niet waar, kan ik u verzekeren. Ik vind heel veel kunst mooi, maar vraag me niet naar de samenstelling van de kleurencompositie. Ik zal dan ook nooit een kunstkenner worden, en zeker geen beeldend kunstenaar! Maar ik kan wel, op mijn manier, liefhebber zijn.
Gelukkig kunnen mensen ook muziek mooi vinden, zonder dat ze een idee hebben van majeur of mineur, grondliggingen of sextakkoorden, thema’s en tegenthema’s en wat al niet.
Ik ken trouwens ook iemand die het belangrijk vindt dat de kleinkinderen van alle vogels die langs vliegen de namen weten. Daar ben ik ook geen ster in. En als ik al zie dat er een zwaluw of meeuw overvliegt, krijg ik de vraag wát voor zwaluw, en wát voor meeuw…

Terug naar de muziek. Sinds 2013 hebben we ons nieuwe liedboek. 1016 nummers vertegenwoordigen 1282 titels. Voor elk wat wils was ongeveer het uitgangspunt. Dat is goed gelukt, en ook braaf makkelijk als je zo’n hele serie voorgangers hebt! Daarom is het best verbazingwekkend dat er naast het liedboek in verschillende denominaties nog weer verschillende andere bundels worden gebruikt.
De PKN heeft onderzocht wat de populairste liederen zijn. Gezang 416 (‘Ga met God, en Hij zal met je zijn’) staat op nummer 1, gevolgd door ‘Abba Vader’. In Trouw zegt Hanna Rijken, musicus en theoloog, dat de lijst een zekere polarisatie laat zien: “’Abba Vader’ is vooral populair in orthodoxe kringen, terwijl de nummer vier, ‘De steppe zal bloeien’ van Huub Oosterhuis, het goed doet in meer vrijzinnige gemeentes.” Ik weet niet of dat polarisatie is, je zou ook kunnen zeggen dat er in het huis van de Heer vele woningen zijn!
Wat ook uit het onderzoek blijkt is dat 92% van de kerkgangers muziek heel belangrijk vindt in een kerkdienst. Voor 51% is het zelfs een onmisbaar onderdeel. Daarnaast heeft 62% van de kerkgangers liefst orgelmuziek als begeleiding van de zang, 26% opteert voor de piano en 19% wil een band.
Voor Gezang 416 (‘Ga met God’) kiezen we, uiteraard, voor orgelbegeleiding. En als een gemeente, zoals bij ons in Huizinge, dan ook nog in staat is het lied vierstemmig te zingen, ontroert dat me steeds weer. En nou maar hopen dat er, ook in het huidige tijdsgewricht, nog mensen zijn, die een instrument leren bespelen, en zo in staat zijn die zingende gemeente te begeleiden…

Kees Steketee

Schadeherstel aan de kerk – stand van zaken

In de vorige nieuwsbrief kon ik melden dat het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) een bedrag heeft toegekend voor het herstel van de mijnbouwschade aan de kerk. Het gaat, naast reparatie van metselwerk aan de voorgevel van de toren, voornamelijk om het herstellen van schade aan de bepleistering van de gewelven.

In de zomer van 2019, toen we voor onze diensten tijdelijk zijn uitgeweken naar Melkema, zijn aan en in de kerk twee soorten werkzaamheden uitgevoerd: groot onderhoud in het kader van de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim, voorheen Brim) en herstel van de bevingsschade (toen nog NAM). Van het groot onderhoud moet nu alleen nog het repareren van de kademuur bij het toegangshek worden uitgevoerd. Zoals bekend is het herstel van de bevingsschade na enige tijd stilgelegd omdat de schade aan het pleisterwerk van de gewelven veel groter bleek te zijn dan eerst werd gedacht. We hebben hiervan melding gemaakt en meteen zelf een rapport laten opstellen door het bureau Bouwhuis en Journee, dat samen met restauratie-stukadoor Daniël Oudman het werk uitvoerde. Na veel gedoe heeft het huidige IMG uiteindelijk dit rapport overgenomen en een (naar zich nu laat aanzien) reëel bedrag toegekend voor het schadeherstel.

We hebben Bouwhuis en Journee en Daniël Oudman gevraagd om hun werk weer op te pakken. Zij kennen de kerk inmiddels goed, maar specialisten als zij zijn dun gezaaid en er wordt van veel kanten een beroep op hen gedaan. Zij zijn niet eerder dan op zijn vroegst in 2023, maar waarschijnlijk pas in 2024, voor een langere periode beschikbaar. Zodra we hun planning weten, gaan we de andere partijen benaderen (aannemer, steigerbouwer etc.) en offertes opvragen. Onze adviseur Erwin van der Veen van DAAD-architecten (voorheen OVT) begeleidt ons hierbij.

Dit alles betekent dat we volgend jaar of in 2024 weer gedurende een maand of drie à vier de kerk niet zullen kunnen gebruiken. Melkema zal dan geheel gerepareerd en gerestaureerd zijn, dus wellicht kunnen we daar opnieuw terecht. We zullen dan weer ieders hulp nodig hebben om heen en weer te verhuizen. Maar onze gemeente kennende denk ik dat dat best in orde zal komen. Wordt vervolgd…

Dick Jalink

Coronamaatregelen (per 27 februari)

Vanaf 27 februari:
*hoeft de 1,5 meter afstand tot elkaar niet meer;
*is het dragen van een mondkapje niet meer verplicht.
(Mocht u zich prettiger voelen mét mondkapje, dan kan dat natuurlijk altijd.)

*Het reserveren voor de dienst vervalt ook.

Er zullen zonodig extra stoelen op het koor worden klaargezet, zodat er toch voldoende ruimte tussen een ieder overblijft.

Wat nog wel blijft:
*de digitale collecten;
*geen handen schudden (of in overleg);

Delen van Brood en Wijn kan weer, met gebruikmaking van de kleine bekertjes etc.

Wat ook blijft:
*Alle basisregels van de overheid zijn van kracht, dat wil bijvoorbeeld zeggen dat u thuisblijft als u klachten heeft die passen bij het coronavirus.

Hartelijke groet
namens de kerkenraad
Roely van Leeuwen

Huizingers aan de wandel

We zitten nog midden in de winter, maar toch, zo zoetjes aan wordt het langer licht, de eerste bolletjes komen uit de grond, het is overduidelijk: de lente komt er aan! Dat betekent dat we binnenkort van start kunnen gaan met de Huizinger wandelingen.

Wij – Janny Steenstra en Liesbeth de Voogd- hebben de laatste twee jaar, met onderbrekingen, het voorwerk gedaan, dat wil zeggen dat we een aantal wandelingen ‘voorgelopen’ hebben, om te zien of de beschrijvingen klopten en de paden redelijk begaanbaar waren. In de meeste gevallen waren dat SPIG-wandelingen (Stichting Pelgrimeren In Groningen) van ongeveer 8 kilometer. We zijn daarbij juweeltjes van wandelingen tegengekomen. Sommige routes waren ‘baggersaai’ (dat er ergens een kerk staat, is nog geen garantie voor een mooie wandeltocht). Deze hebben we dus geschrapt.

Inmiddels hebben Janny en ik een aantal mooie wandelingen in het Noorden van Groningen verzameld en wij nodigen je uit om vanaf maart tot en met oktober elke laatste vrijdag van de maand met elkaar te gaan lopen. De eerste wandeling staat gepland op vrijdag 25 maart. 

Wij hebben deze wandelingen al een keer eerder in de Nieuwsbrief aangekondigd en daarop hebben een aantal mensen zich ervoor aangemeld. Er is nog ruimte voor meer wandelaars.

Je kunt je opgeven bij:  Janny Steenstra, tel. 06-30870758, e-mail: devries.steenstra@gmail.com of bij Liesbeth de Voogd, tel. 06-45470698 e-mail: liesdevoogd@gmail.com.

Wij hebben er zin in!

Janny en Liesbeth

Woorden

Mijmeringen van Karel

Liefde is een werkwoord. Het is de titel van een boek waarmee Alfons Vansteenwegen wereldberoemd werd in Vlaanderen. Trouwens ook over de landgrenzen heen, zijn boek is in tien talen vertaald. De Vlaamse relatietherapeut schrijft pakkend proza over relatie, huwelijk, gezin, trouw. De kern daarvan is dat verklaringen, beloften, intenties maar woorden zijn, terwijl het eigenlijk aankomt op daden. 

Die vraag stel ik mezelf ook vaak in de kerk. Is geloven een kwestie van bidden, zingen en luisteren of is het een kwestie van doen, de handen uit de mouwen steken, helpen? Komt wie vecht voor mensenrechten en uitdeelt bij de voedselbank dichter bij God? Of gaat het in wezen om verinnerlijking, meditatie, zoals de monnik die eenzaam bidt in zijn cel?  

Spontaan denk ik natuurlijk, ach, het is niet of of, het is en en. Jezus was erg actief met zorg, met genezen, met voedsel uitdelen, maar hij trok zich ook terug in de woestijn. ‘Hij bad op enen berg alleen’ zegt de dichter. Hij had mensen lief en gaf zijn leven daarvoor, zegt de dominee. Beide horen bij geloven. Maar toch, hoe zit het met de afweging, de dosering?

In de kerk van Huizinge wordt iedere zondag gehandeld, ook in de week. Geld wordt verzameld voor een vluchtelingenwerk of voor een bijdrage aan zusters die ergens in Afrika voor weeskinderen zorgen. Kerkgangers die het moeilijk hebben krijgen bezoek, een bloemetje. Er is actie.

Maar er zijn ook woorden, veel woorden. Een uitgebreide lofzang aan de Heer met lange teksten. Vijf strofen na elkaar, geschreven in de zestiende eeuw ergens ver van hier. En daarna nog meer gezang. En dan volgt een uitgebreide overweging. Met heel veel woorden.

De Dalai Lama drukt het zo uit: ‘wij hebben geen kerken en geen tempels nodig, geen ingewikkelde woorden, wij hebben vriendelijk gedrag nodig’. Maar wat is dat dan, dat geloof door vriendelijke daden? Geen gebeden, geen gezangen, geen overwegingen, alleen maar vriendelijk zijn? Zo eenvoudig is het toch niet?

Eigenlijk weet ik het niet. Misschien is geloven niet echt een zelfstandig naamwoord alleen maar, en ook niet alleen maar een werkwoord. Misschien is geloven iets anders. Een bijwoord misschien of een bijvoeglijk naamwoord.

In de natuur, de evolutie, oorlog en vrede, leven en dood, daar moeten we niet in geloven, die zijn er namelijk, zichtbaar, kenbaar. Maar aan de menselijke werkelijkheid een bijwoord of bijvoeglijk naamwoord toevoegen, dat is het misschien. Woorden als ach, en, ook, goed, barmhartig, zorgzaam, vriendelijk.

Zou dat het zijn, geloven? Eigenlijk weet ik het niet.

Karel van Hoestenberghe

(Wilt u reageren? Uw reactie graag naar: khoestenberghe@gmail.com

Schilderijen Michael Reynolds (deel 4)

De twaalf jarige Jezus in de tempel.

Met dit schilderij maken we een sprong in de tijd. Op het vorige was hij nog een zuigeling en is hij in de tempel “om hem voor te stellen aan de Heer”. Nu is hij twaalf jaar en hij bevindt zich weer in de tempel in Jeruzalem. Lucas schrijft erover: “Zijn ouders zijn elk jaar voor het feest van Pasen naar Jeruzalem getrokken. En het geschiedt als hij twaalf jaar is geworden dat zij naar de gewoonte van het feest de opgang maken”.

Gaat hij voor het eerst mee? Twaalf jaar. Is het een onderdeel van de voorbereiding op zijn bar-mitswa het volgend jaar als hij dertien wordt en dan mee verantwoordelijk is voor het onderhouden van de wet? We weten het niet. Maar daar staat hij, een kind nog, in een wit gewaad. Het wit waarin hij tot nu toe was afgebeeld. Zijn hoofd een beetje opgericht naar de mannen. Lucas noemt ze leermeesters.

Het lijkt dat het gesprek gaat tussen Jezus en de man in het blauw op de voorgrond. De man kijkt gericht naar het kind. En Jezus? Zijn grote bruine ogen kijken wel zijn kant op, maar toch ook langs hem heen de ruimte in. Het zijn hun handen die de woorden laten zien. De man houdt ze voor zich, ongeveer een handbreedte uit elkaar. Jezus houdt ze omhoog en bij de polsen buigen ze naar buiten. Er zit veel ruimte tussen zijn handen. Grote handen voor een kind van twaalf. Jezus kijkt onbevangen. Argeloos. De man in het blauw kijkt zeer geconcentreerd, gespannen bijna. Ook de man in het rood is actief in het gesprek. Het is te zien aan zijn gezichtsuitdrukking. Is het verbaasd, verbijsterd? Zijn hand duidt op het laatste. Die hand schiet als het ware naar voren. Zijn hand is wellicht een reactie op wat Jezus zegt of vraagt. De man in het groen-grijze gewaad torent enigszins boven de anderen uit. Zegt het iets over zijn functie? Hij houdt zijn hoofd rechtop. Zijn gezicht is naar Jezus gericht en heeft een koele uitstraling. De gezichten van de andere twee mannen zijn niet te zien. Maar het lijkt of de man in het rood net een stapje naar voren doet.

Waarover praten zij? Ook dat weten we niet. Lucas zegt alleen dat hij, Jezus, “hoort naar hen en vragen aan hen stelt. Versteld staan allen die hem horen over zijn begrip en zijn antwoorden”. Daar staan ze, samen gevat in één beeld. Het kind dat luistert en vraagt. Vragen, wellicht ontstaan in de synagoge waar hij wordt onderricht in het geloof. Waar hij de taal van de bijbel leert lezen en schrijven. Waar kan hij die vragen beter stellen dan in het huis van God? Aan wie kan hij ze beter stellen dan aan deze geleerde mannen? En de leermeesters. Welke antwoorden geven ze dit jonge kind? De handen van de man in het blauw, zeggen als het ware ‘zo is het’. En de handen van Jezus antwoorden, zou het ook zo kunnen zijn. En boven hen zweeft de duif. De duif die er ook is als Jezus wordt voorgesteld aan de Heer. Heeft het kind, heeft de Geest, het hart van deze leermeesters geraakt?

Hoe het kind op de voorgrond ook de aandacht opeist, mijn blik gaat altijd naar de twee figuren op de achtergrond. Naar zijn moeder, het figuurtje in het zwart. Op alle schilderijen in het zwart. Ze staat daar, uiterlijk heel rustig. De handen berustend over elkaar gevouwen. Ze moet verscheurd geweest zijn door angst en bezorgdheid. Het kind dat ze zocht aan het eind van de eerste dag op de lange weg terug. Het kind waarvan ze dacht dat het wel bij de groep kinderen zou zijn. Hij was er níet. Nergens. Terug moest ze. Gelukkig niet alleen, Jozef gaat met haar mee. Zo staan ze daar, heel stil, ze hebben hem gevonden. Jozef staat iets achter Maria. Ziet hij dat als zijn plaats? Een plek op de achtergrond.

Er is iets van gelatenheid in haar houding. Denkt ze aan de woorden van de oude Simeon, die hem in zijn armen had genomen. Wonderlijke dingen had hij over het kind gezegd. Maar ze had vooral deze woorden onthouden: ”ook door je eigen ziel zal een zwaard gaan”. Dat heeft ze deze afgelopen dagen ervaren. “Kind waarom heb je ons dit aangedaa?. Zie, je vader en ik zoeken je met smart.” Zo ontlaadt ze haar zorgen. Ze gaan terug de lange weg naar huis, zichtbaar op de achtergrond. Er is veel om over te peinzen. Weer is er iets toegevoegd aan wat zij al in haar hart bewaarde over hem: de woorden van de herders, de woorden van Simeon en Hanna. En nu deze: “waarom heb je mij gezocht, wist je niet dat ik zijn moest in wat van mijn Vader is?”

En Jozef? De man die achter haar staat bij de ingang van de ruimte waar het kind zich bevindt? Wat gaat er in hem om? Zijn houding drukt zorg en aandacht voor Maria uit. Zijn hand ligt open op haar arm. Hebben de woorden van Jezus over zijn Vader hem gekwetst? Hij, de vader, die er al vóór zijn geboorte voor had gezorgd dat hij kon opgroeien in een gezin met twee ouders. Altijd als ik het verhaal lees en en dit schilderij zie, hoop ik dat er thuis, in de timmerwerkplaats van Jozef, een paar hartige woorden zijn gesproken. Ik lees het in wat Lucas schrijft: “Hij daalt met hen af en komt aan in Nazareth en schikt zich onder hen.”

Mannie Hovenkamp.

NB: de citaten zijn uit Lucas 2 in de Naardense bijbel.

Vermaning in Huizinge

Het is ergens in de eerste lockdown. In het vredige Huizinge klinkt overwegend muziek vanuit een sfeervol kerkje. In een knusse, welhaast intieme setting ontsteekt Anne Timmer uit één licht, twee kaarsen. Een trio volgt over ‘Wie maar de goede God laat zorgen’. Prachtig zoals Kees het uit zijn machinekamer weet te toveren, zoals Anja het eens bewonderenswaardig in een verkondiging verwoordde. Bijna 400 kijkers horen hoe ontroerend Gera, ‘Sterk’ zingt uit het Hooglied:

Leg mij als een zegel aan uw hart,
als een zegel aan uw arm,
want sterk als de dood is de liefde

Verre van gelaten leest Anne met een prettige stem uit Galaten. Een tekst over het dienen van elkaar uit liefde. Liefdevoller kan YouTube het eigenlijk niet krijgen, als klein tegenwicht op een medium dat vooral podium biedt voor anti-filmpjes, vuilspuiterij en bagger. Klik je ongemerkt, dan zwem je een algoritmefuik binnen waarin lieden je meenemen in een ‘unpackparty’ van een pot jam. Dat wordt geliked, in honderdfout. Vier hoorders van ‘Overwegend muziek’ steken een duimpje op naar Huizinge. Een ‘vind ik leuk’, maar YouTube duidelijk niet. Op 10 oktober jl. om 5 uur in de vroege nachtmorgen – ruim anderhalf jaar na het delict – valt er een vermaning, een zedenles, in de digitale postbus. Als straf wordt een kerkdienst voor jeugdige kijkers ferm geblokkeerd. Zo!

Vol verwondering stof ik de opname even af. Wat voor wanstaltig afzichtelijk onbetamelijks heb ik namens Huizinge destijds online gezet? Luister aandachtig, er valt me niets op. Hoor de woorden van de lector en lees aandachtig mee.

Is het bezingen uit het erotisch getinte bijbelboek Hooglied iets wat de oortjes van YouTube rood doet gloeien? De lezing uit Galaten, een aandachtig contextueel lezer zal er in alle lieve vrede niets onbetamelijks in lezen…

Context, verband en samenhang, of liever dat niet (kunnen) zien, doet de goedezedenpolitie van YouTube een vermaning doen uitgaan. Het leest slechts losse woorden en gaat daar woorden aan vuil maken. Leest u mee? Misbruik, verlangens, bevredigen, aanvliegt, verslonden, begeerten, najagen, strijd, onderworpen, ontucht, zedeloosheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie, woede, gekonkel, geruzie, rivaliteit, afgunst en bras- en slemppartijen.

Youtube is een beelddenker, gezien haar honger naar beeldcontent. Vooral die bras- en slemppartijen is blijkbaar iets teveel van het kaliber ‘een dirty mind is a joy forever’. Een vermaning en een 18+ slot volgt!

Als we het er niet mee eens zijn is verweer mogelijk, waarmee de 18+ blokkade met kinderlijk gemak ongedaan kan worden gemaakt. De vingers jeuken om een verweerwoord, maar ach, ik denk niet dat het handig is om YouTube uit te dagen met een vergrootglas en een stofkam op onze diensten los te gaan. Gezien de leeftijdsopbouw van onze gemeente voelt een 18+ restrictie op één enkel kerkmoment niet echt als belemmering. Slechts de kleinkinderen van Caroline en Egbert zullen hier tegenaan lopen, maar als jullie opa lief aankijken, is op zijn computer de vermeende vermaning vast te bekijken, na uiteraard een duidelijke uitleg van oma.

Hinrick Klugkist

PS: U bent gewaarschuwd. https://www.youtube.com/watch?v=Uvxd46pKVXQ

Verlangen naar een vroege lente

Kun je een jaar dat voorbij is wel op 31 december afsluiten?
En dan …? Gewoon aan een nieuw jaar beginnen …?
Ik kon dat niet. Daarvoor was er in het oude te veel gebeurd.
Wat ik wel kan is: verlangen!
Verlangen naar een vroeg voorjaar, naar een nieuwe lente.
Wat is voor mij de kracht van verlangen?
Verlangen is niet aan een datum gebonden.
Het wordt gewekt en dat kan op elk moment in je leven gebeuren.
Wanneer dat gebeurt blijf je niet langer liggen waar je lag of zitten waar je zat.
Net als op-staan is verlangen het begin van een beweging!
Verlangen verbindt jouw leven van vandaag met morgen.
Het stimuleert je met verwachting naar je eigen leven van nu te kijken en met dat inzicht op weg te gaan van dag naar dag.
Eén dag is een menselijke maat.
Op Nieuwjaarsdag maakten Anja en ik een wandeling. Het was een mooie dag, die eerste dag in januari. En ‘waarover
spraken zij – die twee daar op dat hek, boven op dat hek?’ (zingt het kinderlied).
Dat heb ik hierboven heel in het kort verteld.
Thuisgekomen, loop ik nog even om het huis heen de tuin in. Daar zie ik ineens een heel klein plantje in bloei staan, tot
mijn verrassing op 1 januari 2022!
Het is een Primula veris. Eersteling van de lente, betekent die naam. Normaal begint haar bloei pas eind februari.
Maar vanuit de schaduw bij de achtermuur roept zij mij nu al in uitbundig geel toe:
‘De lente is begonnen!!!  Sufferd, zie je het wel?’
Kortom, lieve mensen:
Kop d’r veur en op-gewekt het nieuwe jaar tegemoet!
Kop d’r veur en opgewekt het nieuwe jaar in, ook nu!

Arie de Leeuw                                                                

Schilderijen Michael Reynolds (deel 3)

Aan de zuidmuur van de kerk hangt een reeks schilderijen van de Engelse kunstenaar Michael Reynolds (Brighton 1933 – Groningen 2008), die ooit ook enige tijd in Huizinge woonde. Lineke Buijs bekijkt het derde schilderij, de geboorte van Jezus.

Over de geboorte van Jezus

Het middelste van de vijf ‘blijde mysteriën’ verbeeldt de geboorte, als een blij geheim. Het woord geheim, mysterie is veelzeggend bij de afbeeldingen. Je moet goed kijken, speuren, en de vragen toelaten. Waar is de blijdschap?
De zwarte jurk van de moeder, de zorgelijke trekken op de gezichten, die toekijken op enige afstand, sommigen van heel ver. Ook Jozef, in zijn groene jas, weet er nauwelijks raad mee, kijk maar naar zijn handen. Tegelijk komt hij op mij teder en zorgzaam over.
Zachte kleuren als decor, zwart wit op de voorgrond.
Rust, diepe rust treft me vooral als ik kijk naar deze moeder met haar kind. Hoe zwart wit ook, er heerst een grote zachtheid, ontspanning. Bij elkaar zijn ze gerust, alsof niets hen deren kan.
Maria, Jezus.
Meer woorden wil ik er liever niet aan besteden.

Alleen nog – al is er geen wieg – dit gedichtje van Ida Gerhardt:

Wieg
Geur van honingen jonge melk,
van een nestdiertje
dat slaapt.
Een ademhalen van dons.
En speurbaar
aan de neusvleugels
de geur van wat gebeurd is:
geboorte,
geheim.

Lineke Buijs