In 1225 schrijft Franciscus van Assisi het Zonnelied. Over de mooie aspecten van de schepping, zoals “mijnheer broeder zon”. Of over “zuster moeder aarde die ons voedt en leidt en allerlei vruchten, bloemen en planten voortbrengt”. Hij gaat maar door met een lofzang over zuster maan en sterren, broeder wind, zuster water.
Franciscus in 1225
In 2020 spreekt Franciscus in Rome uitgebreid over broederschap. Waar gaat het eigenlijk over? Verwijst broeder- en zusterschap naar een bijzondere band, niet alleen van mensen onder elkaar? Deze vorm van menselijke relatie gaat op het eerste zicht over de relatie met zus of broer binnen een gezin. Maar Franciscus, vroeger en nu, verwijst er naar in een veel breder verband. In welk verband? Is broederschap een andere menselijke relatie-categorie dan liefde en vriendschap?
Liefde verwijst gewoonlijk naar intieme banden van geliefden, tussen levenspartners, met nabije familieleden. In de christelijke literatuur wordt “liefde” omhoog getild tot de liefde van God, tot en met de idee om liefde en God direct met elkaar te verbinden. God is Liefde, een bij uitstek christelijke boodschap.
Daarnaast is vriendschap ook een intieme band, aangegaan uit vrije wil, met een gelijk gestemd persoon. Duurzame vriendschap ontstaat vaak door een gemeenschappelijk belang zoals samen studeren, werken of sporten. Met een vriend of vriendin sta je niet alleen bij het vinden van een weg doorheen de wisselvalligheden van het leven.
Wat Franciscus in 1225 schrijft is gender neutraal: broeders en zusters worden allebei en gelijkwaardig genoemd. En het is ruimer bedoeld. Het gaat in het Zonnelied niet alleen over mooie natuur, het gaat veel breder duidelijk ook over menselijk leven, over lijden en dood, over de menselijke conditie. Een moderne tekst van het jaar 1225, zou je kunnen zeggen. Een pleidooi voor gemeenschappelijkheid, over leven en dood, over grenzen heen. Een verbinding met planten en dieren, met andere mensen, zelfs alle mensen omvattend. Dat laatste is wat Franciscus in 2020 grondig uitwerkt.
Zo kom ik bij het antwoord op de vraag of broeder- en zusterschap een andere menselijke relatie-categorie is dan liefde en vriendschap? Ja, dat denk ik. Ik ervaar soms in de natuur of bij mensen die niet mijn geliefden of vrienden zijn, een emotie die ook dierbaar is. Maar wel anders dierbaar.
In onze tuin komt iedere morgen rond 10 uur broeder fazant op bezoek. In onze eikenboom klimt vaak zuster specht omhoog. Prachtige dieren die mij zeer raken. Als ik op de markt in Middelstum klaar sta om kaas te kopen, groet iemand die ik niet ken mij vriendelijk, ik groet terug. Bij al die ontmoetingen gebeurt telkens iets. Levende wezens om mij heen betekenen veel voor mij – zonder dat ik dat liefde of vriendschap wil noemen. Misschien is broederschap wel een goed woord ervoor.
Broederschap is spontaan en belangeloos. En toch, er zit ook een gemeenschappelijk belang verborgen in deze gender neutrale relatie tussen mij en de fazant of tussen mij en de persoon die naast mij staat bij de kaasboer. We hebben samen een diffuus belang, zoiets als de tuin, de aarde, elkaar te zien, te respecteren en in stand te houden.
Franciscus verwijst naar breed broederschap op poëtische wijze in 1225. In 2020 zegt zijn naamgenoot hetzelfde in meer belerende taal. Ik ervaar het rond mij. Wij zijn allen verbonden, met alle levende wezens, wij horen echt bij elkaar. Wij zijn zusters en broeders voor elkaar. Dag zuster specht. Dag broeder bij de kaasboer.
28 februari 2021
Karel Khoestenberghe
Wilt u reageren? Uw reactie mag naar: khoestenberghe@gmail.com