over vrijzinnigheid en de kerkelijke maaltijd
(25 oktober 2023 in t Ol Schoultje)
Met een vijftiental gemeenteleden zaten we in het geheel vernieuwde Ol Schoultje, benieuwd naar het verhaal van Yvonne Hiemstra waarmee ze promoveerde aan de Radbouduniversiteit Nijmegen, over de geschiedenis van de vrijzinnigheid in relatie tot de kerkelijke maaltijd.
Het werd een boeiende avond. Yvonne begon met een inleiding over de vrijzinnigheid, vanaf halverwege de 19e eeuw. Wat is dat nou precies, vrijzinnigheid. Is Huizinge vrijzinnig? We kwamen er niet helemaal uit, ook al omdat sommigen van ons de term ‘vrijzinnig’ als ouderwets, niet meer van deze tijd, ervoeren.
Via haar eigen jeugd in een gereformeerd gezin kwam de vraag aan de orde over kinderen aan het avondmaal. En over een verstandige vader, die vond dat een eventueel bezwaar dat hij zelf zou hebben niet gebruikt mocht worden om anderen datzelfde bezwaar op te leggen: als ik voor mezelf tegen ben, kan ik anderen niet dwingen daarin mee te gaan.
En het ging over Avondmaalsmijding: een term die ikzelf kende uit mijn jeugd, in een dorp met veel verschillende reformatorische kerken. In de zwaarste gemeenten voelden maar weinigen zich gerechtigd om aan het avondmaal te gaan. Een van mijn ooms, gewoon gereformeerd, heeft het avondmaal in zijn hele leven niet één keer meegevierd. Maar ook in de vrijzinnigheid kwam en komt Avondmaalsmijding voor: maar dan vooral uit een soort ongemak met het ritueel.
(Overigens is Avondmaalsmijding alleen te constateren als iemand expliciet meedeelt niet te komen, of als wordt bijgehouden wie er wel of niet aanwezig is. En dat gebeurde vroeger misschien wel, maar tegenwoordig al lang niet meer. Met andere woorden, als iemand er niet is, is hij of zij dan een avondmaalsmijder, of gewoon iemand die er domweg niet is…?)
Wat ook de beleving van het avondmaal (een term die Yvonne liever niet gebruikt) in de vrijzinnigheid sterk beïnvloedde was het optimistische mensbeeld. Als je niet leeft vanuit de gedachte “geneigd tot alle kwaad en niet in staat tot enig goed” heb je niet zoveel met een zoenoffer voor de vergeving van je zonden…
Boeiend was ook het verhaal over het ontstaan van het avondmaal. Dat Jezus zelf het zou hebben ingesteld. Wie zegt dat? Paulus (in I Korinthe 11:23-26), maar die heeft Jezus nooit ontmoet. En ‘doe dit tot mijn gedachtenis’ gold dat ook voor ons, of toch alleen voor de leerlingen toen?
Interessant was ook de vraag waarom we in Huizinge (waar we het ook nooit over ‘het avondmaal’ hebben) elke maand brood en wijn delen. Dat blijkt een compromis te zijn: toen Huizinge in 2011 als zelfstandige gemeente verder ging, gingen er stemmen op die wel elke week wilden, maar dat vonden anderen toch wat teveel van het goede. Elke maand is wel genoeg.
En dan komt op een gegeven moment de conclusie dat het avondmaal misschien wel niet door Jezus is ingesteld, maar in de loop der tijden is ontstaan, vanuit een praktijk van samen komen, samen eten. Samen eten, als ritueel, komt in alle culturen wel voor.
U, lezer, merkt, dat het in het korte tijdsbestek van een verslagje ondoenlijk is een overzichtelijk geheel te maken, net zoals één avond ook veel te kort is om alle ins en outs te kunnen bespreken. Maar het was een mooie avond met veel informatie, die ook leidde tot een levendig gesprek.
Voor wie meer wil weten, het proefschrift van Yvonne Hiemstra is via haarzelf, anders wel de Radbouduniversiteit of bol.com verkrijgbaar.
Ik denk dat ik het ga bestellen.
Kees Steketee