‘Eén organist, twee cantates en drie orgelwerken’

Zondag 3 oktober 2021. ‘Eén zondag, twee cantates’. Een verrassende titel voor een concert in een reeks orgelbespelingen. Maar onze beide orgels waren wel degelijk te horen, zowel solo als in de cantates, die Kees Steketee het programma had binnengesmokkeld. Eigenlijk had de titel moeten luiden: ‘Eén organist, twee cantates en drie orgelwerken’.

Vanaf de lang aangehouden diepe bastoon waarmee de Fantasie uit BWV 537 van Johann Sebastian Bach opent lieten Kees en het Van Dam orgel zich van hun beste kant horen. De snelle hogere tonen aan het eind gingen vrijwel onmerkbaar over in de klaterende waterval van Kees’ improvisatie over het ‘stormlied’, het mooie koraal dat ook in de Jonacantate wordt gezongen.

De cantorij bleek de coronatijd glanzend te hebben doorstaan. Het stevig ingezette ‘In het begin’ was de inleiding tot een gloedvolle en doorleefde uitvoering van de Paradijscantate van Barbara en Kees. Het duet tussen de slang (Ans) en Eva (Gera) werd prachtig gezongen. En als altijd voelde ik bij de inzet van de sopraansax van Jolanda tranen opkomen. Jan zong tot de timide Adam (Hinrick) en Eva (Gera) als een strenge God, wiens rechtvaardigheid tot uitdrukking komt in wel het meest aangrijpende deel van deze cantate, ‘En toch’.

Wie dacht dat we tijdens het intermezzo even tot rust konden komen, kwam bedrogen uit. Op het Van Vulpen orgel klonken de variaties van Psalm 140 van de post mortem jubilerende Jan Pieterszoon Sweelinck. Wat een mooi, maar wat ook een moeilijk stuk, en wat speelde Kees dat vingervlug en levendig.

Voor de Bijbelcitaten in de Jonacantate koos Barbara voor de Statenvertaling, en dat is een gelukkige keuze. Het toch wat sprookjesachtige verhaal van Jona in de wallevis krijgt hierdoor een diepere laag. De Jonacantate heeft een grote rol voor het koor, die door de cantorij prachtig en evenwichtig werd gezongen. In het sterke deel ‘Overboord’ wisselen de bemanning (koor) en Jona (Jan) elkaar af in een golvende beweging. Dan klinkt voor het eerst de mooie koraalmelodie die het leitmotiv is van deze cantate. Het koor zingt vervolgens, omspeeld door de sopraansax, een prachtig fugatisch liedje over Jona die weer op het droge staat. Nadat Jona zich onverbiddelijk heeft opgesteld tegenover de Ninevéers komt God tot inkeer. Gera zingt het ‘Liefdesliedje van God’ ingetogen en doorvoeld. In het laatste duet met de boze Jona zingt Gera als God: ‘luister aandachtig wat je hart tegen je zegt’. Indrukwekkend. De cantate sluit af met twee door de cantorij fraai gezongen strofen van het koraal.

Ter afsluiting speelde Kees op het Van Vulpen orgel de Fuga uit BWV 537 die na enig virtuoos notenspel eindigt met de lage bastoon van het begin. Zo was de cirkel van dit prachtig symmetrisch opgebouwde concert rond.

De naam Kees komt in het bovenstaande veel voor, en dat is terecht. Alle andere medewerkenden niet te na gesproken was hij het middelpunt van dit concert, als organist, als dirigent en niet in de laatste plaats als componist. Wat een zegen om zulke musici, zangers en tekstdichters in ons midden te hebben.

Dick Jalink

Het concert staat in zijn geheel op YouTube, kerk Huizinge.