Bijbeltaal (column Kees Steketee)

Het was in 2004 dat de nieuwe Bijbelvertaling het licht zag. De taal van 1951 werd vervangen door eigentijds Nederlands. Discipelen werden leerlingen, ‘ijdelheid der ijdelheden’ werd ‘lucht en leegte’, Jezus lag zijn eerste aardse levensdagen niet meer in een kribbe maar in een voederbak, en nog veel meer van die typische uitdrukkingen, die de tale Kanaäns maakten tot wat ze was, verdwenen.
Ook zeiden we geen ‘gij’ meer en soms werd dat vervangen door ‘u’, maar meestal door ‘je’ en ‘jij’. Ik heb het er al vaker over gehad, (misschien wel té vaak, dat krijg je met stokpaarden,) maar ik heb een hekel aan al dat getutoyeer van werkelijk iedereen tegen iedereen.
Op Radio4 was de Klassieke Top400, een heerlijke tegenhanger van de populaire Top 2000. De presentator had het warempel ook steeds over een mooi stuk ‘voor jullie’, en de door ‘jou zelf’ samengestelde lijst. Ik had niet het idee dat hij het tegen mij had. Maar die Top400 was wel mooi.
Terug naar de taal uit de Bijbel. Toen de nieuwe vertaling in 2004 verscheen, werd die gepresenteerd, op 27 oktober, in De Doelen te Rotterdam, met medewerking van koningin Beatrix. Ze las een stukje voor uit Genesis 1, en sprak over de duisternis die over de ‘overvloed’ lag, waar dat ‘oervloed’ moest zijn. Óf ze keek er overheen, óf ze kende het woord niet (net als overigens de spellingcontrole van mijn Wordversie) en dacht dat er meteen in de eerste alinea van de splinternieuwe Bijbel al een drukfout stond. In 1951 was het nog gewoon ‘vloed’, maar dat was zeker ouderwets…
De vertaling is, na 16 jaar, herzien. Daarbij is gebruik gemaakt van opmerkingen en suggesties die lezers konden indienen. Uiteraard is die ‘oervloed’ gewoon blijven staan. Wat wel is veranderd, is het gebruik van hoofdletters voor verwijzingen naar God en Jezus. Die hadden we altijd gehad, maar waren in 2004 verdwenen. Ze zijn terug. Goed dat je dingen die ooit fout gingen kunt terugdraaien, en het ook doet!
Maar verschillende theologen zitten nu in de gordijnen. In hun beleving is ‘hij’ een mannelijk woord, en daar is ook helemaal geen speld tussen te krijgen. Maar als je dan ‘Hij’ met een hoofdletter gaat schrijven wordt het nog véél mannelijker (hoezo…?), “alsof er niet veertig jaar vrouwenstudies zijn geweest en Me-Too.” Men heeft het liever over ‘de Ene’. Ik zie eerlijk gezegd het verband niet zo tussen eerbied voor de Allerhoogste en Me-Too.
Een bezwaar makende theologe had zelfs een prachtige oneliner ingestudeerd. “Als God mannelijk is dan is het mannelijke god.” Het klinkt goed maar het slaat nergens op. Als je een wetenschappelijke studie begint is het eerste college dat je krijgt het vak logica. ‘Als p dan q’, wil niet zeggen dat automatisch ook ‘als q dan p’: Als het regent worden de straten nat, maar als de straten nat zijn is dat geen bewijs dat het geregend heeft. Er kan ook ergens iets lekken. En zoals we weten is een koe een beest maar niet elk beest is een koe. Dus als je zegt dat “als God mannelijk is dan is het mannelijke god” kraam je onzin uit.
Nou heb ik een predikant al eens in vertrouwen horen zeggen dat zijn vak bestaat uit recht praten wat krom is, en ik ken mensen die veel moeite hebben om theologie een serieuze wetenschap te noemen. Zo’n mevrouw helpt ze daar niet echt bij.
Ook in onze liedbundel is de taal in de psalmen en gezangen, in het nieuwe boek (in 2013), stiekemweg aangepast aan onze tijd. Waar altijd teksten stonden als ‘zingt voor de Heer’ of ‘looft Hem’ is die gebiedende wijs aangepast: ‘zing voor de Heer’, ‘loof Hem’ (wel met hoofdletter!). Eigenlijk dus van meervoud naar enkelvoud.
Het lijkt me een mooie stap om bij de eerstvolgende herziening van het liedboek ook deze fout terug te draaien. Zingt voor de Heer een nieuw lied! Voor de Ene mag van mij ook. Maar wel met zijn allen!

Kees Steketee